Meester Serné was 41 jaar leerkracht in IJmuiden op de Marnixschool. De naam van deze school veranderde later in Het Kompas. Hij deelt zijn belevenissen en herinneringen regelmatig met ons in een column. Deze keer: Diefstal van de Wajangkist.
In de jaren ’80 deed ik een project met een zesde klas op de Marnixschool over Indonesië. In het aardrijkskundeboek was daar een hoofdstuk aan gewijd. Hoewel ik de diverse methoden toen nog trouw volgde, wilde ik er een groter project van maken. Uit de bibliotheek werden boeken en fotomateriaal gehaald. Het Instituut voor de Tropen (later Tropenmuseum), zou misschien ook enige hulp kunnen bieden.
In mijn 2CV (gele Lelijke Eend) reed ik naar Amsterdam voor een bezoek aan de Educatieve Dienst van dat museum. Daar vertelde men dat ik (gratis) een kist kon lenen waarin diverse voorwerpen uit Indonesië zaten, zoals instrumenten voor een Gamelan orkest waar echt op gespeeld kon worden. Tevens bevatte de kist enkele Wajangpoppen en een groot scherm, waarachter een Wajangschimmenspel gespeeld kon worden. Opgetogen ging ik met deze kist terug naar IJmuiden. Voor de kinderen kreeg het Indonesië project door al die foto’s en attributen betekenis.
Samen met de klas organiseerden we een Gamelan-en-Wajang voorstelling voor de ouders. De kinderen schreven een verhaal om met de Wajangpoppen uit te beelden in een schimmenspel, de strijd tussen Goed en Kwaad, waarbij het Goede overwon en bedachten ze melodietjes om de voorstelling te begeleidden op de Gamelan-instrumenten. Allen waren gekleed in Sarong, Kebaja, Huisjasje (traditionele Indische kledij). Het werd een succes.
Ter afsluiting zijn we met de bus vanuit IJmuiden naar het Tropenmuseum gegaan om nog meer te bekijken. Een vader van één van de kinderen was chauffeur en had zijn dienst aangepast, zodat de hele klas gratis kon instappen. Dat waren mooie tijden.
Een paar jaar later wilde ik dit nog een keer doen.
Opnieuw ging ik naar het Tropenmuseum naar de Educatieve Dienst om de Wajangkist opnieuw te lenen, wat geen probleem was. Ik had mijn auto, weer een gele Lelijke Eend, voor de ingang van het museum geparkeerd. Van het museum kreeg ik een grote bagagetrolley om de Wajangkist naar mijn auto te transporteren. Na enige inspanning kon ik die kist op de achterbank deponeren, waarna ik de trolley terugbracht naar het museum. Na afscheid genomen te hebben van de medewerkers ging ik terug naar mijn auto. Daar ontdekte ik dat de Wajangkist verdwenen was, na hoogstens tien minuten afwezigheid. Gelukkig maakte het museum er geen probleem van. De auto was afgesloten, dus ik was niet schuldig. Ik sprak onlangs oud-leerlingen die mij over dit voorval vertelden. Daardoor kwam het bij mij ook weer boven.
Foto: aangeleverd