Wekelijks staat Erik Baalbergen aan de hand van een foto stil bij een IJmuidens onderwerp naar aanleiding van de actualiteit, een bijzondere gebeurtenis, een evenement of gewoon een van de mooie taferelen die IJmuiden biedt. In deze aflevering aandacht voor de pompwissel bij het Gemaal IJmuiden.
Door Erik Baalbergen
Het Noordzeekanaal is niet alleen belangrijk voor de scheepvaart, maar dient ook als waterafvoerkanaal voor een groot deel van Nederland. Via een stelsel van vaarten en kanalen komt overtollig rivier- en regenwater in het Noordzeekanaal terecht. Vanuit het kanaal wordt het water op zee geloosd. Na de opening van het Noordzeekanaal in 1876 gebeurde dat via een aparte spuisluis aan de noordkant van de Zuidersluis. In 1940 wordt een nieuwe spuisluis ten noorden van de Noordersluis geopend.
Maar spuien via een sluis kan alleen als het waterpeil van de Noordzee lager is dan dat van het kanaal. Om ook bij hogere waterstanden te kunnen spuien is in 1975 het Gemaal IJmuiden naast de spuisluis geopend. Dit gemaal was uitgerust met vier zogenaamde bulbpompen. Een bulbpomp bestaat één unit met een horizontale schroefpomp met elektrische aandrijving. De unit wordt in het water gehangen en pompt het water in een rechte lijn door het gemaal. Elk van de vier bulbpompen heeft een capaciteit van 40 kuub per seconden. Eén zo’n pomp trekt in ruim een minuut een Olympisch zwembad leeg. In 2004 wordt het gemaal uitgebreid met twee nieuwe bulbpompen, elk met een capaciteit van 50 kuub per seconde. De totale capaciteit van het gemaal komt hiermee op 260 kuub per seconde bij een opvoerhoogte van 1,2 meter.
In april 2020 ging één van de twee nieuwe pompen, pomp 5, stuk. Omdat de oorzaak van de storing onbekend was, werd besloten om diens tweelingbroer, pomp 6, ook stil te zetten en te onderzoeken. Net als bij pomp 5 bleek ook bij pomp 6 de rotor, een onderdeel van de elektromotor, beschadigd te zijn. Om de capaciteit van de kapotte pompen op te vangen, zijn vorig jaar vierendertig tijdelijke pompen bij de sluizen neergezet, achttien bij de Kleine Sluis en zestien op Sluiseiland bij de Middensluis. Tot vorige week vrijdag hebben deze noodpompen totaal 200 uur aangestaan.
De defecte pomp 5 werd enige tijd geleden uit het gemaal gehesen en in opdracht van Spie Nederland, onderhoudspartner van Rijkswaterstaat, gerepareerd. Vorige week donderdag werd pomp 5 teruggeplaatst. Hiervoor werd zwaar materiaal ingezet. De 140-ton zware bulbpomp werd op trailers van Wagenborg de grote hal van Breman aan de Loggerstraat bij de Haringhaven naar de containerkade zo’n honderd meter verderop gereden. De grootste drijvende bok van Hebo Maritiemservice, Hebo-Lift 9, met een hijscapaciteit van 900 ton, nam de pomp gretig in de takels en bracht deze naar het gemaal. Een dag later meldde Rijkswaterstaat dat de pomp weer inzetbaar is. Omdat met de werkende pomp 5 een deel van de vorig jaar weggevallen spuicapaciteit weer terug is, wordt het noodpompenpark op Sluiseiland vanaf begin deze week ontmanteld.
Vorige week vrijdag onderging pomp 6 het omgekeerde lot: de HEBO-LIFT 9 bracht de beschadigde bulbpomp van het gemaal naar de containerkade. Hierbij werd de HEBO-LIFT 9 begeleid door de IJmuidense duw- en sleepboot Maas 1 van Clots Maritiem. Omdat de containerkade nog even bezet was door een containerschip, werd kort aangemeerd aan de Trawlerkade. Later werd de tocht voltooid en is pomp 6 afgeleverd op de Wagenborg trailers en de hal in gereden. De verhuizing van zo’n gigabulbpomp met “groot speelgoed” levert altijd mooie plaatjes op! De verwachting is dat pomp 6 eind dit jaar weer in gebruik kan worden genomen. Tot die tijd zullen de noodpompen bij de Kleine Sluis moeten zorgen voor onze droge voetjes…
Foto:
De Hebo-Lift 9, met pomp 6 in de takels en begeleid door de Maas 1, vorige vrijdag tijdens de tussenstop in de Vissershaven. Foto: Erik Baalbergen