Meester Serné was 41 jaar leerkracht in IJmuiden op de Marnixschool. De naam van deze school veranderde later in Het Kompas. Hij deelt zijn belevenissen en herinneringen regelmatig met ons in een column. Deze keer over de film De Gouden Eeuw.
Het was in de begintijd van het digitale tijdperk. Op school was één computer. Er werd een digitale fotocamera aangeschaft, waar een floppy in moest, en tevens een digitale filmcamera met een minicassettebandje. Ik was toen totaal niet vaardig op digitaal gebied, maar ik had een paar kinderen die de digitale weg al een beetje beheersten. Zij vonden de computer, camera en fototoestel erg interessant.
Tijdens de lessen over de 17e eeuw (Gouden Eeuw), kwam de vraag of we een film konden maken over die tijd. Ik had geen idee hoe je zoiets moest aan pakken. Zij wel.
Er werd een plan van aanpak gemaakt. Er moest een script komen waarin alle aspecten van die tijd aan de orde kwamen. Alle kinderen raakten enthousiast en er ontstonden werkgroepjes.
Het ene groepje hield zich bezig met de oprichters van de VOC en bedacht dialogen, een ander groepje vond uit hoe de handelsschepen over de wereldzeeën voeren. Ze maakten zelf koopvaardijschepen met magneten op de achterkant, zodat die over de wereldkaart konden ‘varen’. Er werden scènes geschreven over het ronselen van zeelui. Ook bedachten ze locaties in IJmuiden, waar een en ander zich kon afspelen. Ronselen op een steiger in de haven van IJmuiden. Een hoek in het lokaal werd ingericht als ronselcafé. Een nep Perzisch tapijt lag op een tafeltje met bierflesjes er om heen.
Kopen van verse groenten tegen scheurbuik, op de markt in IJmuiden. Alles werd overlegd en besproken.
Zo ontstonden er drie korte delen: De VOC met ronselen en leven aan boord van een VOC schip.
Van Rembrandt werden schilderijen digitaal gefotografeerd en gefilmd. Evenals foto’s van de Slavenhandel. Beiden met gesproken tekst. De routes die de zelfgemaakte scheepjes aflegden op de in de klas aanwezige wereldkaart werden gefilmd. Voor de kleding van de oprichters van de VOC namen ze deftige pakken van hun opa’s van huis mee, jute zakken, (Sinterklaaszakken) voor de zeelui en lange oma jurken voor de handel op de markt.
Kinderen vroegen zelf toestemming in de haven en op de markt om hun act te mogen doen. Ze traden als volleerde acteurs/actrices succesvol op en alles werd gefilmd. Ieder onderdeel werd door enkele kinderen aan elkaar gepraat.
Terug op school werden foto’s en de gefilmde scenes op de enige computer gezet en samengevoegd tot een film.
De film is aan de ouders vertoond.
Een onvergetelijke, zinvolle, betekenisvolle tijd.