Wekelijks staan we in deze rubriek aan de hand van een foto stil bij een IJmuidens onderwerp naar aanleiding van de actualiteit, een bijzondere gebeurtenis, een evenement of gewoon een van de mooie taferelen die IJmuiden biedt. In deze vierhonderdste aflevering aandacht voor een vijfenzestig jaar oud model van de IJmuider havenmond in het Waterloopbos in de Noordoostpolder.
Door Erik Baalbergen
en model van de havenmond van IJmuiden in de Noordoostpolder? Jazeker! In het Waterloopbos, op een hemelsbreed kleine vijfennegentig kilometer afstand van onze echte havenmonding, bevindt zich model M526 van de havenmond. Het Waterloopbos is het terrein van het voormalig Waterloopkundig Laboratorium. Het ligt in de driehoek tussen Kraggenburg, Marknesse en het net buiten de Noordoostpolder gelegen Vollenhove.
Maar hoe komt zo’n model hier? Tussen 1957 en 1967 is de havenmond van IJmuiden vergroot, om het steeds toenemende scheepvaartverkeer en de grotere schepen van en naar Amsterdam aan te kunnen. Bij de vergroting zijn onder meer de pieren verlengd om schepen veilig de haven binnen te laten varen en om de kust rond de haven te beschermen tegen de golven. In januari vorig jaar heb ik in deze rubriek aandacht besteed aan de pierenverlenging.
Vóór de operatie waren de Zuidpier en de Noordpier even lang. Na de verlenging is de Zuidpier een stuk langer dan de Noordpier. De lengte en de vorm van de pieren zijn destijds bepaald aan de hand van proeven. Deze zijn in 1956 bij het toenmalige Waterloopkundig Laboratorium uitgevoerd met behulp van model M526. Op een informatiebord bij het model wordt oud-medewerker van het Waterloopkundig Laboratorium ingenieur Ton van der Meulen aangehaald: ‘Een modern schip vaart circa 50 km per uur. De stoplengte van een schip is 7x de scheepslengte, dus dat bepaalt de lengte van de havendam. Verder wil een kapitein meer dan 1x de scheepslengte als manoeuvreerruimte hebben, wat de breedte van tussen de dammen bepaalt.’
Het Waterloopkundig Laboratorium was van 1927 tot 2008 een wetenschappelijk instituut op het gebied van hydraulica en waterbouwkunde. De hoofdvestiging zat in Delft. In 2008 is het instituut opgegaan in Deltares. Van 1951 tot 1996 was er een tweede vestiging in de Noordoostpolder, in een deel van het Voorsterbos. Hier was voldoende ruimte voor de aanleg van schaalmodellen van havens en andere waterbouwkundige werken, waaronder de deltawerken en de nieuwe havenmond van IJmuiden. Met behulp van de modellen werd de invloed van waterbouwkundige werken op de ‘loop van het water’ bestudeerd.
Vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw werden steeds vaker computermodellen voor waterstromen ingezet en werden echte modellen overbodig. Daarom werd in 1996 de vestiging in de Noordoostpolder gesloten. Natuurmonumenten kocht het terrein in 2002 en gaf het de naam Waterloopbos. Het is tegenwoordig een mooi wandelgebied. Veel modellen van weleer zijn nog aanwezig en via wandelpaden te bereiken.
Ook model M526 met de verlengde pieren van IJmuiden is er na vijfenzestig jaar nog steeds. Omdat ik vorige week voor m’n werk toch in de buurt was, heb ik tijdens een lunchpauze het model met een bezoekje vereerd. Zoals met alle modellen van weleer heeft de tand des tijds ook flink aan dit model geknaagd. Botox, faceliften en Oil of Olaz zullen daar weinig meer aan kunnen doen. De pieren zijn nog wel te herkennen aan de vormen. Rechts op de foto zien we de Zuidpier. Links, iets verder weg ligt de Noordpier. De lichttorentjes op de uiteinden ontbreken en de Noordpier heeft last van een doorbraak gehad. En, o ja, op de echte pieren liggen minder herfstbladeren dan op deze modelpieren. Heel bijzonder om zo ver van huis, in een bos zo iets typisch IJmuidens als onze pieren in het klein en in herfsttooi tegen te komen!
Foto:
Model M526 in het Waterloopbos in de Noordoostpolder in herfstkleuren: de verlengde pieren van IJmuiden. Tussen de Zuidpier (rechts) en Noordpier (links) zien we voorzieningen ten behoeve van de metingen. Het kanaal en IJmuiden zijn verdwenen onder oevergewas… Foto: Erik Baalbergen