Wekelijks staat Erik Baalbergen aan de hand van een foto stil bij een IJmuidens onderwerp naar aanleiding van de actualiteit, een bijzondere gebeurtenis, een evenement of gewoon een van de mooie taferelen die IJmuiden biedt. In deze aflevering aandacht voor de Wijk aan Zeeërweg door de eeuwen heen.
Door Erik Baalbergen
Sinds de doop van IJmuiden in 1876 zijn veel straten aangelegd volgens allerlei plannen. Dat begon al met een blokkenpatroon bij de eerste bouw van IJmuiden, rond het oude Willemsplein ten westen van de Oranjestraat. Sindsdien zijn hele wijken verrezen volgens uitbreidingsplannen met bijbehorende stratenpatronen. In het landelijke De Heide, vanaf 1901 Velseroord geheten en in 1926 bij IJmuiden getrokken, ontwikkelde de bebouwing zich aanvankelijk langs bestaande paden en wegen. Later vonden ook hier uitbreidingen plaats volgens opgestelde plannen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn door de aanleg van schootsvelden grote delen van IJmuiden gesloopt. Bij de wederopbouw zijn de gaten gevuld volgens de wederopbouwplannen van Dudok en de zijnen, met vaak nieuwe stratenpatronen. Tenslotte is in de zestiger jaren Zeewijk, IJmuidens laatste grote uitbreiding, aangelegd volgens een stratenpatroon met “stempels”, alsof een stedenbouwkundige met een aardappelstempel de vlakken en straten op de kaart heeft gestempeld.
Oude paden en wegen
Toch kent IJmuiden nog diverse straten die tracés volgen van paden en wegen die al ruim voor de geboorte van IJmuiden bestonden, zoals de Zeeweg, de Kalverstraat, de Velserduinweg en de Wijk aan Zeeërweg. De naam van de laatste is “pas” in 1917 vastgesteld door de gemeenteraad voor de brede straat tussen de Julianakade en het Velserduinerbuurtplein, het tegenwoordige Velserduinplein. Voor de Tweede Wereldoorlog was de Wijk aan Zeeërweg een belangrijke verbindingsweg tussen het oude IJmuiden en het voormalige Velseroord.
Voetpad
De Wijk aan Zeeërweg volgt het tracé van een stukje van het voormalige Wijk aan Zeeërvoetpad. Dit oude pad liep tussen Santpoort en Wijk aan Zee. Dit verklaart meteen de naam van de Wijk aan Zeeërweg; de weg zelf loopt niet eens naar het dorp Wijk aan Zee, zelfs nauwelijks in die richting! Het tracé van het Wijk aan Zeeërvoetpad wordt beschreven in de Velsense ‘legger’ van 1878. Een legger is een door de gemeente bijgehouden register van wie verantwoordelijk is voor het onderhoud van openbare wegen buiten de bebouwde kom. In Velsen waren dat vaak de eigenaren van de aangrenzende buitenplaatsen met landerijen. De legger geeft aan dat het Wijk aan Zeeërvoetpad begint in de duinen, op de grens tussen de gemeente Wijk aan Zee en Duin en de gemeente Velsen. Grote kans dat het pad al in Wijk aan Zee begon en doorliep tot aan Spaarndam. In de achttiende wordt het pad immers gebruikt door onder meer visventers en aashalers uit Wijk aan Zee en Spaarndam. De legger beschrijft slechts het stuk op het grondgebied van Velsen.
Vanaf het genoemde beginpunt op de gemeentegrens loopt het pad in een rechte lijn in zuidoostelijke richting door de Breesaper duinen en door de weilanden van de Breesaap tot aan de Schulpweg, aan de noordkant van het kanaal. Daarvandaan loopt het pad in zuidelijke richting, kruist bij boerderij De Tiend – ongeveer waar nu de buitendeur van de Zeesluis IJmuiden ligt – het kanaal en loopt verder tot ‘nabij de woning van Matthijs Zwanenburg’, dicht bij de huidige aansluiting van de Wijk aan Zeeërweg en de Julianakade.
Vanaf dit punt loopt het pad weer in zuidoostelijke richting in een rechte lijn tot aan de Velserduinerbuurtweg, ‘even bezuiden het punt, waar deze den Kerkweg snijdt’. Hier wordt later het Velserduinerbuurtplein aangelegd. Rond het tracé van dit laatstgenoemde rechte stuk is de Wijk aan Zeeërweg aangelegd. Vervolgens loopt het pad in zuidelijke richting langs de Velserduinerbuurtweg tot aan de Willemsbeekweg. Vanaf daar vervolgt het pad zijn weg door weilanden, de bossen van Schoonenberg, langs Driehuis (waar het pad ‘Hellepad’ wordt genoemd) richting Santpoort. In de loop der jaren wordt het pad her en der verlegd.
Eeuwenlang bewoond
Het gebied rond de huidige Wijk aan Zeeërweg en de watertoren is hoogstwaarschijnlijk al eeuwenlang bewoond geweest. Uit onderzoeken door onder meer de amateurhistoricus en ‑archeoloog Jan Morren en archeoloog Wim Bosman is gebleken dat de villa Adrichem, die Willebrord in de achtste eeuw geschonken kreeg van de Frankische hofmeier Karel Martel, waarschijnlijk ter hoogte van de Hoogeberg nabij de watertoren lag. Door zandverstuivingen tijdens de vorming van de ‘jonge duinen’ zijn de bewoners wellicht verdreven en hebben oostwaarts een nieuwe nederzetting gevestigd. Bij archeologisch onderzoek langs de Wijk aan Zeeërweg zijn hiervan sporen, gedateerd rond 1250, gevonden.
Op oude kaarten zien we het gebied rond de latere Wijk aan Zeeërweg in de loop der eeuwen gevuld raken met weilanden en boerderijen. Tijdens het graven van het Noordzeekanaal strijken ook hier kanaalwerkers neer en ontstaat westelijk van De Heide de tweede kanaalgraversnederzetting De Hoogeberg. Na 1878 vestigt de Nederlandsche Kunst-Zandsteen Fabriek zich bij De Hoogeberg. De nederzetting raakt permanent bewoond en wordt een van de groeikernen van Velsen. De Hoogeberg gaat samen met De Heide op in Velseroord. Vanaf rond 1910 wordt bij De Hoogeberg het gemeentelijk gasbedrijf gevestigd. Menig IJmuidenaar weet zich ongetwijfeld nog wel de gashouders te herinneren. Het hele complex is inmiddels verdwenen. Rond 1915 verrijst aan de overkant van de Wijk aan Zeeërweg het watertorencomplex. Rond 1930 wordt de melkinrichting “Gemeenschappelijk Belang” op de hoek van de Wijk aan Zeeërweg en de Van Linschotenstraat geopend. Deze melkfabriek is inmiddels vervangen door een appartementencomplex.
De Wijk aan Zeeërweg valt nog steeds op in het stratenpatroon van IJmuiden. Het aanzicht van sommige delen mag dan drastisch gewijzigd zijn, maar de weg straalt nog altijd een stuk lokale geschiedenis en de daarmee gepaarde rust uit!
Foto:
Op de foto uit 2018 kijken we westwaarts op de Wijk aan Zeeërweg vanaf het kruispunt met de Evertsenstraat (links) en de Cock van der Doesstraat (rechts). Foto: Erik Baalbergen