Velsen-Noord – Ruim een jaar rapen Herman en Ernst van Beusekom in hun woonomgeving in Velsen-Noord zwerfvuil. De broers noemen het trandelen, net als het wijkteam Velsen-Noord, die hen van grijpers voorzag. Trandelen is een samenvoeging van troepruimen en wandelen. Op een maandagmorgen trandel ik met hen mee.
Het is niet te warm en droog, deze trandeldag. ,,Goed trandelweer!” volgens Herman, 66 jaar, die goed geoutilleerd ten tonele verschijnt. Behalve een speciaal aangeschafte werkmanstuinbroek, hangt er aan zijn fiets een kar, waar handschoenen, afvalzakken, een afvalbak, een grijper en een emmer in huizen. Als broer Ernst , 69 jaar, aan komt fietsen blijkt hij ook al zo indrukwekkend professioneel uitgerust. De broers hebben samen 85 jaar bij Tata Steel gewerkt en nu een vol leven als pensionado. Zo wordt er gevist, gefietst, gekaart, samengewerkt met buurthuis De Stek, deelgenomen aan het wijkplatform, vakantie gevierd, samengewerkt met HVC. En er wordt getrandeld. Eén tot twee keer per week, één tot twee uur per keer. Vandaag trandelen we vanaf de hoek van het Stratingplantsoen/Duinvlietstraat over de Pontweg naar de pont en terug. Dirk Minkman voegt zich vandaag ook bij ons groepje. ,,Het kan per keer wisselen, soms zijn we met een ploeg van tien en gaan we in tweetallen uiteen”, vertelt Herman enthousiast, terwijl hij in no time een blikje of tien uit het gras vist en in zijn emmer gooit. ,,Die hou ik apart en gaan straks in de plasticverzamelcontainer”. Foto’s van zijn vondsten plaatst Herman op facebook. Hij ontvangt leuke reacties van bewoners van de wijk, waar de broers trandelden. ,,Veel complimentjes en veel smiley’s, echt heel leuk.” Onderweg fietsen er veel mensen van en naar de pont, waaronder opvallend veel bepakte en bezakte vakantiegangers. Regelmatig wordt er een duim omhoog gestoken of vriendelijk gegroet naar ons. Aan peuken rapen doen Herman en Ernst overigens niet. ,,Daar is geen beginnen aan, dat zijn er gewoon veel te veel. Al lopen er weleens mensen mee, die het wel doen.” Opvallend schoon is de speciaal voor jongeren ingerichte hangplek. Er staat een grote vuilnisbak, die goed gebruikt wordt. Dat is bij de pont wel even anders. Er staan diverse bakken, maar met zijn vieren rapen we heel wat mondkapjes, plastic zakjes, blikjes en flesjes op, die vlak naast de bakken zijn achtergelaten. Wat we zoal deze trandeling vinden? Nummer 1 wat we oprapen zijn blikjes. Met name van bier, in diverse merken. Nummer 2 zijn plastic zakken en zakjes. Ook een zakje gevuld met hondenpoep, dichtgeknoopt en onder een struik gegooid. Nummer 3 zijn toch wel de mondkapjes. Twee stuks zijn met filter, de andere 23 blauwwit van kleur. Het meest vreemde wat Herman ooit vond was gemarineerde kip. Vier kilo maar liefst, over de houdbaarheidsdatum heen en in de bosjes gegooid, met verpakking en al. Regelmatig vindt hij ballonnetjes, gaspatronen en wietzakjes. Vandaag vindt Ernst een nog dicht blikje zalm. Houdbaar tot 2017. Ook rapen we een stanleymes uit de bosjes op. Drie flesjes. Dopjes. Een sok. Veters. Als we de weg terug weer lopen, ruilen we van plaats en vinden op elkaars schoongeraapte paden en bermen toch weer blikjes en snoeppapiertjes. Soms hangen ze op ooghoogte in de bossage. We sluiten onze trandeling af met een handvol zoete rijpe bramen. Een cadeautje van moeder aarde voor de moeite.
Wie raapt ook zwerfvuil in zijn of haar woonomgeving en kan een helpende hand gebruiken? Met een verslag in deze krant als toegift. Laat het weten aan redactie@jutter.nl. (Arita Immerzeel)