Velsen – Nadat de gemeente Zaanstad een jaar geleden besloot zich terug te trekken uit de gemeenschappelijke regeling Afvalschap IJmond-Zaanstad (AIJZ) zet ook Velsen nu deze stap. De eerste aanzet daartoe werd afgelopen zomer al gegeven. Het Velsense college nam op 2 juli 2019 het besluit om zelfstandig aandeelhouder van afvalverwerker HVC te worden, door middel van een nog te nemen raadsbesluit kan dat proces nu worden geëffectueerd.
Afvalverwerker HVC werd in 1991 opgericht en de gemeenten waarin het bedrijf actief was, werden aandeelhouder. De gemeenten in de regio’s Zaanstad en IJmond kozen ervoor om hun aandelen onder te brengen in een gemeenschappelijke regeling. In de loop der jaren zijn diverse andere gemeenten en ook waterschappen als aandeelhouder van HVC toegetreden. Daarmee werd de invloed, die een individuele gemeente heeft tijdens de aandeelhoudersvergadering, kleiner. Ook veranderde de werkwijze van HVC in de loop der jaren, het percentage verwerkt afval dat uit de ‘eigen’ gemeenten afkomstig was daalde. De gemeenteraad van Zaanstad nam in 2017 al het besluit om uit de gemeenschappelijke regeling te stappen en zelfstandig aandeelhouder te worden. ,,De gemeente kan daarmee sterker haar standpunten benadrukken’’, werd destijds als belangrijkste verklaring voor het nemen van die stap gegeven. Wel gaf Zaanstad daarbij aan dat men wilde blijven samenwerken met de gemeenten in de IJmond en dat ook bij aandeelhoudersvergadering afstemming zou blijven plaatsvinden.
Nu Velsen het voorbeeld van Zaanstad volgt, zal vanuit de gemeenschappelijke regeling om toestemming moeten worden gevraagd tijdens de algemene vergadering van aandeelhouders. De eerstvolgende gelegenheid daartoe is in de vergadering van mei dit jaar. Dan zal ook definitief duidelijk worden hoeveel aandelen de gemeente Velsen na het vertrek in handen krijgt. Uitgangspunt is dat dit er 132 zullen zijn, de heft van het aantal aandelen dat AIJZ momenteel beheert. Velsen staat namelijk op dit moment ook voor vijftig procent garant in die gemeenschappelijke regeling. Na verkregen goedkeuring blijven alleen Beverwijk en Heemskerk nog deel uitmaken van de AIJZ. Afgesproken is dat Velsen de werkelijke kosten draagt die noodzakelijk zijn voor het uittreden, deze kosten worden geschat op drieduizend euro. Het betreft onder meer de kosten voor de ambtelijke uren die besteed worden aan de voorbereiding en juridische toetsing van de uittreding en de kosten van de te nemen stappen. Het college van Velsen komt dus met een raadsvoorstel om het proces in gang te kunnen zetten, algemeen wordt aangenomen dat dit zonder veel discussie door de raad zal worden aangenomen. (tekst: Bos Media Services)