Typisch IJmuiden: Boelenstraat

Wekelijks staat Erik Baalbergen aan de hand van een foto stil bij een IJmuidens onderwerp naar aanleiding van de actualiteit, een bijzondere gebeurtenis, een evenement of gewoon een van de mooie taferelen die IJmuiden biedt. In deze aflevering aandacht voor de Boelenstraat en zijn naamgever.

De Boelenstraat ligt tussen de Kanaalstraat en de Breesaapstraat, parallel aan en ten oosten van de Oranjestraat in Oud IJmuiden. Een lange rij garageboxen beslaat de westelijke zijde van de straat. Aan de oostzijde staan woonhuizen. Tien daarvan staan in twee rijen haaks op de straat, aan weerzijden van een plantsoentje. Het onderschrift op de straatnaambordjes vermelden de herkomst van de straatnaam: ‘Jacobus Boelen J.R. Zn (1811-1890) stak op 8-3-1865 de eerste spade in het duinzand als begin van de doorgraving van Holland op zijn Smalst’. Zijn spadesteek was het symbolische startpunt voor het graven van het Noordzeekanaal. Boelen heeft hiermee indirect meegewerkt aan het ontstaan van IJmuiden.

Jacobus Boelen

Jacobus Boelen heet voluit Jacobus Boelen Johan Reinartszoon. Hij is opgeleid en werkzaam als scheepsbouwmeester. Daarnaast is hij van 1850 tot 1868 lid van de Provinciale Staten van Noord-Holland, van 1851 tot 1861 lid van de gemeenteraad van Amsterdam, regent van het Lutherse Oude Mannen- en Vrouwenhuis te Amsterdam en directeur van de Amsterdamse Kanaalmaatschappij (AKM). Hij is vanwege zijn verdiensten benoemd tot Ridder in de Orde van de Eikenkroon.

In februari 1865 wordt hij door de aandeelhouders gekozen tot directielid van de in 1863 opgerichte AKM. Zijn kennis van schepen als scheepsbouwmeester kan van pas komen bij de bouw van het kanaal. Als directeur is hij aanwezig bij de eerste spadesteek op 8 maart 1865. Deze plechtigheid vindt ’s middags om drie uur plaats in de Breesaap, ongeveer zeshonderd meter landinwaarts van het strand, dicht bij de plek waar later de kleine en de Zuidersluis worden aangelegd. Omdat een week eerder koningin-moeder Anna Paulowna, de moeder van Koning Willem III, is overleden, is Nederland in rouw en is de eerste spadesteek een sobere aangelegenheid, zonder festiviteiten.

Sobere plechtigheid

Twee dagen later geeft de Amsterdamse krant Algemeen Handelsblad een uitgebreid verslag van de plechtigheid. Deze wordt bijgewoond door de drie directeuren van de AKM – naast Jacobus Boelen zijn dat Simon Josephus Jitta en Cornelis van den Honert – en vertegenwoordigers van de aannemer en de ministeries van Waterstaat en van Binnenlandse Zaken. Daarnaast zijn andere hoogwaardigheidsbekleders en belangstellenden uit Amsterdam, Den Haag en Velsen aanwezig.

Josephus Jitta houdt een lange toespraak waarin onder meer de kanaalwerken vergeleken worden met die van Suez en Panama. Hij luidt de symbolische eerste spadesteek in met: ‘En nu, mijne Heeren, zullen wij overgaan tot het steken van de eerste spade in den grond tot doorgraving van Holland op zijn Smalst, tot daarstelling van het nieuwe kanaal!’ Hij rondt zijn toespraak af met: ‘En hiermede noodig ik u uit, geachte heer mededirecteur Boelen, de spade in den grond te steken, en alzoo de doorgraving onder Gods zegen met goeden moed aan te vangen!’

Eerste spadesteek

Hierop steekt Boelen de eerste spade in de grond, onder uitbundig gejuich van de aanwezigen. Na een toespraak van inspecteur van den waterstaat Conrad, die eindigt met ‘Leve de Koning!’, gaat onmiddellijk een ‘reeds ruim honderdtal Nederlandsche werklieden aan den arbeid, onder leiding en toezigt van drie Engelsche en vier Hollandsche ingenieurs en opzigters.’ Na ruim elf jaar letterlijk en figuurlijk geploeter rond de aanleg opent koning Willem III op 1 november 1876 het kanaal en geeft hij de nederzetting bij de sluizen de naam ‘IJmuiden’. Josephus Jitta en Boelen blijven tot het einde van het bestaan van de AKM hun bestuursfunctie vervullen. In december 1882 neemt het Rijk alle rechten en plichten van het Noordzeekanaal over. In 1883 wordt de AKM opgeheven.

Boelenstraat

Op voorstel van Burgemeester en Wethouders van Velsen wordt zeventig jaar later, in februari 1953 een straat naar Jacobus Boelen vernoemd: de Boelenstraat. Aanvankelijk vermelden de straatnaambordjes ‘Johan Boelen stak de eerste spade in de grond voor de doorgraving van het Noordzeekanaal’. Bij mijn onderzoek als lid van de Werkgroep Straatnamenonderzoek van de Historische Kring Velsen voor de aflevering over de Boelenstraat in de reeks ‘Straat in Beeld’ ontdekte ik in 2006 de foute naam ‘Johan Boelen’ en de vreemde tekst ‘doorgraving van het Noordzeekanaal’. Naar aanleiding van verder onderzoek door de werkgroep en een mailtje hierover naar een lid van de toenmalige Commissie Straatnaamgeving van de gemeente Velsen zijn de straatnaambordjes vervangen door de huidige met het gecorrigeerde onderschrift.

Op de foto:
De Boelenstraat, gezien vanaf de Kanaalstraat naar het zuiden. Rechts, boven de garageboxen, zien we de achterkant van de flats aan de Oranjestraat. (Foto: Erik Baalbergen)