De schoolmelkvoorziening in Velsen
In deze rubriek staan we stil bij een typisch IJmuidens onderwerp aan de hand van een foto en naar aanleiding van de actualiteit, een stukje geschiedenis, een bijzondere gebeurtenis, een evenement of gewoon een van de mooie taferelen die IJmuiden biedt. In deze aflevering aandacht voor de schoolmelkvoorziening in Velsen.
Door Erik Baalbergen
Naar aanleiding van de vondst van een schoolmelkkaart als bladwijzer in een oud boekje neem ik even een duik in de schoolmelk. Niet letterlijk natuurlijk, want herinneringen aan de smaak en de geur ontnemen mij de lust van zo’n duik. Maar wel figuurlijk, want achter de schoolmelkkaart hangt een heel verhaal.
Crisis
Schoolmelk is melk die verstrekt wordt aan leerlingen op scholen. Nederland drinkt een eeuw geleden veel minder melk dan tegenwoordig. De meeste melk van onze koeien wordt geëxporteerd. Maar in de crisistijd van de beginjaren dertig van de vorige eeuw neemt de export af en ontstaan er grote melkoverschotten. Je kunt koeien immers niet van de ene op de andere dag stopzetten.
Zuivelproducenten willen daarom de consumptie van melk in eigen land promoten. Hiertoe verenigen ze zich in 1934 in het Crisis Zuivelbureau, dat in samenwerking met de overheid reclame voor het drinken van melk gaat maken. Het Zuivelbureau start in 1937 een proef met het uitdelen van flesjes melk op scholen in de arme wijken van Rotterdam. Kinderen kunnen de voedingsstoffen uit de melk goed gebruiken! Uit Brits onderzoek van begin jaren dertig is namelijk gebleken dat het drinken van melk door schoolkinderen goed is voor de ontwikkeling en de groei. Door het hoge vetgehalte verbetert bovendien de conditie.
Schoolmelk
De scholen besteden iedere ochtend een kwartier aan het uitdelen en drinken van de melk. De betaling is naar draagkracht en verloopt via de onderwijzer. Voor de kinderen uit arme gezinnen is de melk gratis. De gemeente geeft subsidie om goedkopere of gratis verstrekking mogelijk te maken. De proef verloopt succesvol. Na een jaar constateren schoolartsen dat de conditie van de kinderen inderdaad is verbeterd. Op basis van het succes wordt de schoolmelkverstrekking uitgebreid. Het Crisis Zuivelbureau richt het Centraal Schoolmelkcomité op. Dit comité promoot via de gemeenten de verstrekking van melk aan leerlingen van de lagere scholen in het hele land. Eind 1939 doen al 70 gemeenten mee.
Eind jaren vijftig ontvangen bijna alle lagere scholen in Nederland schoolmelk en verstrekt het Rijk subsidies. Bredere promotie voor het drinken van melk vindt plaats door de Melk-brigade (of M-brigade) en later Joris Driepinter (drie glazen melk per dag). Sinds de tweede helft van de jaren zeventig is er Europese subsidie voor schoolmelk. Met de opkomst van allerlei frisdrankjes neemt de animo voor schoolmelk snel af. In deze eeuw zijn er het gesubsidieerde EU Schoolmelk Programma en de Campina Schoolmelkprogramma voor verstrekking van betaalde zuivel op scholen op abonnementsbasis. Sinds enkele jaren bestaat er ook nieuw schoolzuivelprogramma waarbij een deel van het jaar gratis zuivel wordt verstrekt op deelnemende scholen.
Velsen
In de gemeente Velsen wordt op 20 mei 1940 gestart met de verstrekking van schoolmelk aan deelnemende scholen. Een jaar later gaat de verstrekking van acht keer een kwart liter schoolmelk in de twee weken bij inlevering van een melkbon, ondanks de moeilijkheden rond de melkdistributie vanwege de bezetting door. Door de rantsoenering wordt de totale hoeveelheid verstrekte melk per twee weken wel iets verminderd. Na de bevrijding gaat de schoolmelkverstrekking door, waarbij de subsidie van de gemeente en van het Centraal Schoolmelk-Comité komt. Na 1948 valt de overheidssubsidie weg. De ouders moeten meer gaan betalen via de onderwijzers, die het meerwerk van het innen van geld en de administratie niet zien zitten. Hierdoor komt landelijk de klad in het drinken van schoolmelk. In Velsen stopt de schoolmelkverstrekking bij aanvang van het schooljaar 1950-1951.
Lobby
Door een sterke lobby vanuit melkslijters en naar aanleiding van verzoeken van ouders en schoolartsen duurt de schoolmelkdroogte niet lang. Per 2 februari 1953 komt de schoolmelkstroom op een aantal Velser scholen weer op gang. De bezwaren van de onderwijzers zijn met medewerking van de melkslijters opgelost. De ouders kopen voor de prijs van een liter melk een schoolmelkkaart bij een melkslijter. Het kind levert wekelijks zo’n kaart in bij de juf of meester en krijgt daarmee die week vier keer een kwart liter melk, op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag. De extra kosten voor het systeem van levering door Melkinrichting Velsen en gratis verstrekking aan degenen die de melk niet kunnen betalen, worden gedekt met financiële steun van de gemeente en het Centrale Schoolmelk-Comité. Het systeem dat Velsen invoert wordt gevolgd in veel andere gemeenten.
Duur
Met de stijging van de melkprijs in de loop der jaren stijgt ook de prijs van de schoolmelkkaart. Daarbij verandert ook telkens de kleur van de kaartjes en de opdruk. Begin 1960 kost de kaart bijvoorbeeld 28 cent. Iets later dat jaar stijgt de prijs naar 30 cent. Bij een verhoging kunnen verlopen kaarten via de gemeente voor terugbetaling worden ingeleverd. De afgebeelde schoolmelkkaart van 35 cent is in gebruik geweest in de jaren 1965-1970 en dus nooit ingeleverd. In de beginjaren zeventig stijgt de prijs regelmatig door afschaffing van Rijkssubsidies. Vanaf begin schooljaar 1975-1976 is deze al 1 gulden.
De animo voor schoolmelk neemt in de jaren zeventig door alle prijsstijgingen drastisch af. Scholen beginnen steeds sterker de ouders te adviseren om hun kind zelf melk van huis mee te geven. Verstrekking van inmiddels halfvolle schoolmelk om gezondheidsredenen is allang niet meer nodig, maar uit commerciële belangen is de schoolmelkvoorziening in diverse vormen blijven bestaan. Er zijn in de jaren zeventig zelfs plannen geweest om schoolkaas te verstrekken, mede om het zuiveloverschot weg te werken…
Fotobijschrift: Velser schoolmelkkaart uit de periode 1965-1970. Foto: Erik Baalbergen