Rondvaart langs de sluizen en de zoutdam
In deze rubriek staan we even stil bij een typisch IJmuidens onderwerp aan de hand van een foto en naar aanleiding van de actualiteit, een bijzondere gebeurtenis, een evenement of gewoon een van de mooie taferelen die IJmuiden biedt. In deze aflevering aandacht voor een rondvaart van Rijkswaterstaat langs de sluizen en de zoutdam.
Door Erik Baalbergen
Dit jaar bestaat Rijkswaterstaat 225 jaar. Ter gelegenheid daarvan organiseerde zij vorige week twee rondvaarten langs het sluizencomplex en de zoutdam. Via een oproep begin deze maand konden belangstellenden zich aanmelden. Omdat zo’n rondvaart een gelegenheid biedt om ook ‘ns de aanleg van de zoutdam van dichtbij in plaats van door een telelens te zien, meldde ik me aan. Net op tijd blijkbaar, want kort daarna meldde Rijkswaterstaat dat de rondvaarten vol zaten.
De rondvaarten vonden afgelopen vrijdag plaats met de IJmuidense rondvaartboot Koningin Emma vanaf de kop van de haven. Bij het inschepen werden de bezoekers getrakteerd op koffie, thee of fris met een lekker, speciaal voor de gelegenheid door een IJmuidense banketbakker gebakken gebakje met opschrift ‘225 jaar Rijkswaterstaat. Nederland vormgeven voor de toekomst’. Van mij had de slagzin nog heel veel langer mogen zijn…
De rondvaart ging door de Zuidersluis en langs de Middensluis, de Zeesluis IJmuiden, de Noordersluis, het Binnenspuikanaal en de bouw van de zoutdam naar het keerpunt bij de Eerste Rijksbinnenhaven en de Staalhaven. Tijdens de rondvaart trakteerde Jan Rienstra van Rijkswaterstaat de bezoekers op informatie over de sluizen, de waterkerende dijken, het spui- en gemaalcomplex en de zoutdam. Omdat een groot schip net de Zeesluis had verlaten richting Amsterdam, konden we, voordat de sluisdeur weer werd gesloten, vanaf het kanaal een blik werpen in de 500 meter lange en 70 meter brede kolk. Bij zo’n aanblik voel je je weer even heel erg klein…
Bij de aanleg van de zoutdam rond de monding van het Binnenspuikanaal werd – gelukkig voor mij! -enige tijd letterlijk stilgestaan, nou ja, stilgelegen. De bouw van de constructie voor selectieve afvoer van het zoute water in het Noordzeekanaal is in volle gang. Er zijn damwanden en kadewanden aangelegd en op het droge beginnen de twee pijlers al duidelijk te ‘groeien’. De bouw en de werking van de zoutdam heb ik al ‘ns in een aflevering van deze rubriek begin vorige maand behandeld. De pijlers en de betonwanden worden op de kade gebouwd. In het voorjaar van 2024 worden ze met een groot hefschip te water gelaten, oftewel geplaatst in de monding van het Binnenspuikanaal. Het is de bedoeling dat de zoutdam eind volgend jaar z’n werk gaat doen. Als deze eenmaal goed functioneert, zal de Zeesluis IJmuiden volop in gebruik worden genomen.
Tot slot nog iets over het dit jaar jubilerende Rijkswaterstaat. In 1798 wordt met de vaststelling van het Plan tot beheeringhe van de Waterstaat in de Bataafse Republiek van Christiaan Brunings het ‘Bureau voor den Waterstaat’ opgericht. Tot de belangrijkste taken behoren aanleg, beheer en onderhoud van rivieren, kanalen, waterkeringen en polders. Niet onbelangrijk voor een waterland als Nederland, toch? Later vallen ook de spoorlijnen en autowegen onder verantwoordelijk van de Waterstaat. Vanaf 1848 komen er provinciale waterstaten en wordt het centrale bureau ’s Rijks Waterstaat genoemd. Vanaf ongeveer 1880 heet het bureau Rijkswaterstaat.
IJmuiden heeft van oudsher een sterke band met Rijkswaterstaat, door onder meer het kanaal, de sluizen, de pieren, de vuurtorens, de gemalen en de zoutdam. We kunnen wel veel op ze mopperen vanwege de afgesloten sluisroute, de tijdens onderhoudswerkzaamheden afgesloten zuidpier en het snel vol zitten van rondvaarten, maar bedenk dat ze hun best doen om ons aller hoofden boven water en ons aller voeten droog te houden!
Fotobijschrift: De landtong aan de noordzijde van het Binnenspuikanaal. Op de oever worden nu de pijlers (de bouwwerken in de steigers rechts op de foto) en later de betonwanden van de zoutdam opgebouwd. Op de achtergrond zien we het complex van de CEMIJ. Foto: Erik Baalbergen