IJmuidenaar Frits Rijperman droomde van een carrière als stergitarist of journalist. Het is er niet van gekomen. In zijn serie ‘Helden van de IJmond’ portretteert hij artiesten uit onze regio die hun droom wel achterna zijn gegaan. Vandaag: Herman te Loo.
Gorgonzola Galm
We spreken af bij Restaurant Kruiten, aan de vissershaven van IJmuiden. Niet zomaar daar, maar omdat Herman te Loo (64) en zijn band Gorgonzola Legs hier in de jaren tachtig hun oefenruimte hadden, in een ruimte boven de vishal waar drummer Gert-Jan Prins met zijn vader een exportbedrijf in vis runden. Als twintiger las ik daarover in Muziekkrant Oor, en mijn verbeelding draaide overuren. Ik zag het voor me: een galmende ruimte zonder buren die overlast krijgen, doordrenkt van zeewind, vislucht, de geur van diesel en een horizon met rookpluimen van de Hoogovens.
De muziek van Gorgonzola Legs ademde ruigheid, cultuur, experiment. Ze noemden het ‘regionale industrial’ een genre dat even ongrijpbaar als intrigerend klonk. Recensies roemden hun lef en eigenzinnigheid. Hun cassettebandjes waren zeldzaam, internet bestond nog niet, en voor mij was dit IJmuiden een andere wereld.
Wie is wel een typische IJmuidenaar?
Op het terras app ik Herman dat ik er ben. Even later zie ik hem rustig aanlopen. Online had ik al een beeld van hem gevormd, en ik probeer snel het gesprek op gang te brengen. Over deze plek, de haven, en over Jos van Duijne, zijn bandmaat en onze gezamenlijke kennis. Tja, en hoe ziet een IJmuidenaar er eigenlijk uit? In mijn hoofd: authentiek, een tikje vreemd, met tattoos, leer, ringen, misschien wat overgewicht, een bont jack. Allemaal vooroordelen. Herman oogt verzorgd. Iets intellectueels. High Brow, zou je kunnen zeggen. Hij glimlacht als hij vertelt: ,,Hiertegenover in de Bloemstraat had mijn vader een kruidenierszaak. Daar ben ik opgegroeid. Ik ben geen typische IJmuidenaar, wie wel? Maar deze plek heeft me wel gevormd. De industrie, de ruimte, het harde werken, de alternatieve cultuur… en je zat zo in de grote stad.”
Hoe raakt iemand dan verzeild in zulke wezensvreemde muziek? ,,Van vrienden hoorde ik ineens Soft Machine en Theo Loevendie,” zegt Herman. ,,Toen wist ik het: dit is mijn richting. Ik nam saxofoonles op de muziekschool, verdiepte me in muziek die je niet op Veronica of Radio Noordzee hoorde. Geen Hazes, geen Borsato, maar ook geen doorsnee rock of pop. Wat wij maakten, zou je avant-garde kunnen noemen, experimenteel en geheel geïmproviseerd. In de jaren tachtig kon dat nog. Gorgonzola Legs was selfmade en volledig a-commercieel. We pasten helemaal in de tijdgeest.”
In de vishal ging het los
Herman vertelt over hoe de band organisch is ontstaan, naar aanleiding van een interview met Hessel Veldman, die zijn eigen muziek op cassette uitbracht. ,,We gingen muziek maken in de geest van bands als Cabaret Voltaire en Einstürzende Neubauten. Zo leerden we elkaar kennen,” vertelt Herman. ,,Gert-Jan Prins en Jos Van Duijne sloten later aan. En in die vishal ging het los.”
Herman woont inmiddels in Zaanstad. De band is opnieuw actief, met recente optredens in de Pletterij in Haarlem en ook in de Zaanstreek. We wandelen langs de vernieuwde Vishallen, zo kan ik straks een fotootje van hem maken.
Herman speurt de gevels af, tuurt naar boven. ,,Even kijken… ja, dáár achter die ramen speelden we.” Hij blijft stilstaan, zijn blik zacht. ,,Donker, bootjes, vislucht… het was sfeervol.”
Dan zegt hij: ,,Je moet er wel bij vertellen dat ik mezelf geen held vind. Ik ben maar een amateur.” Ik kijk naar hem. Iemand die met liefde vertelt, met overgave muziek maakt en zijn omgeving in zich opneemt, dat is geen amateur. Dat is een bezield mens met een galmend verleden dat nog altijd doorwerkt in het heden! (foto: Frits Rijperman)