Velsen – Onlangs bepaalde het kabinet dat de scholen in het middelbaar onderwijs met ingang van maandag 31 mei weer volledig konden worden opengesteld. Vanaf 7 juni is het zelfs een verplichting. Daarop kwam veel verzet uit de onderwijswereld, omdat dit besluit de nodige risico’s met zich mee zou brengen. De Velsense scholen hebben zich daar zo goed als mogelijk tegen gewapend.
Door Raimond Bos
Het kabinetsbesluit om de scholen in het middelbaar onderwijs per 31 mei weer volledig te openen is gebaseerd op het signaal dat het de goede kant opgaat met het aantal besmettingen, hetgeen premier Mark Rutte afgelopen vrijdag nog eens extra bevestigde. Toch is lang niet iedereen er van overtuigd dat het heropenen van de scholen op dit moment verstandig is. We peilen de meningen bij enkele onderwijsinstellingen.
Wat is het verschil met de gedeeltelijke openstelling?
Nu de scholen weer volledig open gaan, zijn alle leerlingen weer in de klas. Daarmee komt een einde aan de situatie waarin docenten de helft van de tijd online les moesten geven. Volgens Klaas de Vos, afdelingsleider bij het Vellesan College in IJmuiden, verloopt het lesgeven daardoor weer een stuk efficiënter. ,,Je kunt als docent de leerlingen weer allemaal aankijken en precies zien wat ze doen en vooral wat ze niet doen.’’
Bij Gymnasium Felisenum koos men ervoor om pas volgende week weer volledig open te gaan. Toch is ook nu al het grootste deel van de leerlingen op school aanwezig en dat was in de afgelopen weken ook het geval. ,,Wij hebben allerlei ruimtes in het gebouw ingezet om lessen te geven, zoals de gymzaal en het auditorium. Daardoor konden we ongeveer 65 procent van onze leerlingen op veilige afstand van elkaar plaatsen. Het valt dus bij ons wel mee, hoeveel er nu bij komen. We kunnen de anderhalve meter vanaf maandag niet meer garanderen, maar die eis is ook door het ministerie losgelaten. Voor de leerlingen is het absoluut het beste om weer naar school te kunnen gaan.’’
Welke extra maatregelen worden er getroffen?
De heropening kwam niet heel onverwacht, dus heel veel hoeft er binnen het Vellesan College niet meer aangepast te worden. De looproutes in het pand waren al in orde en ook aan de roosters wordt tot aan de zomervakantie niets gewijzigd. Dat houdt in dat de school blijft werken met lessen van veertig minuten, in plaats van de gebruikelijke vijftig minuten.
Op het Felisenum werd deze week nog overlegd over de exacte werkwijze. Duidelijk is al wel dat de pauzes gesplitst worden, zodat er niet te veel mensen tegelijk in dezelfde ruimte komen. Ook worden de looproutes iets aangepast, omdat de leerlingen niet meer op anderhalve meter afstand van elkaar hoeven te blijven, maar de docenten nog wel. Het gaat vooral om een detailuitwerking van maatregelen die er al waren.
Wordt er toezicht gehouden op het zelf testen door de leerlingen?
De scholen wijzen erop dat toezicht houden niet mogelijk is, in verband met de privacywetgeving. Bij de conciërges van het Vellesan College liggen dozen vol zelftests en die kunnen de leerlingen daar ophalen. De school geeft daar instructies bij en dringt er op aan om twee keer per week te testen. Verder is er geen controle op of dat ook daadwerkelijk gedaan wordt, maar dat is – los van de privacyregels – ook een bewuste keuze van de school.
Op het Felisenum een soortgelijk verhaal: uitleggen en begeleiden wordt gedaan, maar een test afnemen bij een leerling is niet mogelijk en controleren achteraf ook niet.
Zien de leerkrachten er tegenop met het oog op het besmettingsgevaar?
Dit is misschien wel het grootste probleem van deze hele operatie. Op het Vellesan College is weliswaar het merendeel van de docenten blij om eindelijk alle leerlingen weer in de klas te kunnen ontmoeten, maar reserves zijn er ook. ,,Als iemand er problemen mee heeft, dan gaan we in gesprek met elkaar en treffen we een regeling’’, legt Klaas de Vos uit. Ook op het Felisunum is men zich bewust van de risico’s. Michiel Bosman: ,,De zorgen van de docenten en de rest van het personeel nemen toe, maar door de manier waarop we het gaan doen, kunnen we veel zorgen wel wegnemen. Toch blijft bij sommige mensen het onderbuikgevoel hangen dat het niet eerlijk is om ons weer les te laten geven, zonder dat er vanuit de overheid extra maatregelen zijn gekomen. Daar zit wel wat frustratie bij sommige collega’s.’’
Het voortijdig vaccineren van het onderwijspersoneel was wellicht een slimme zet geweest, maar daarvoor heeft onderwijsminister Arie Slob niet gekozen. ,,Gelukkig gaat het vaccineren nu in een vrij rap tempo, want deze week is geboortejaar 1981 al aan de beurt om een afspraak te maken. Maar bij ons is de helft van de docenten jonger dan veertig. Bovendien gaat er na de eerste prik nog een paar weken overheen, voordat je beschermd bent. Dan is het inmiddels zomervakantie. Het helpt dus net niets.’’
Klaas de Vos van het Vellesan College is het met zijn collega eens dat vaccineren al eerder had gemoeten, hij vindt het ‘slap van Slob’.
Foto:
Het Vellesan Colllege (archieffoto)