Een ree is geen damhert
IJmuiden – Hans Schut (70) klom in de pen, toen uw verslaggever in deze krant damherten, die binnen onze gemeentegrenzen naar voedsel zoeken, aanmerkte als reetjes. Rectificatie volgde en in een recente editie legden we nogmaals uit, dat een damhert groter is dan een ree en dat het gewei van een ree kleiner en spitser is dan van een damhert. Bovendien herken je een ree aan een egale kleur van de vacht, meestal roodbruin, met een witte spiegel, dat is het achterwerk. Het damhert heeft een spiegel met zwarte strepen. Het is al enige tijd geleden, dat Hans de redactie schreef en op een regenachtige zaterdagmiddag komt het er eindelijk van, dat Hans bij hem thuis het een en ander aan kennis over dit onderwerp deelt.
Door Arita Immerzeel
Hans start zijn verhaal door te melden dat het jachtseizoen per 1 april over is. ,,Afschot van damherten en reeën in het duingebied gebeurt altijd door gekwalificeerde jagers. Edelherten komen hier niet voor. In 1954 zijn er tien reeën uitgezet in het Noord-Hollands duingebied. Nu zijn er 4000. Ondanks dat er genoeg voedsel voor hen is, zoeken zij toch ook stedelijk gebied op. Enerzijds komt dat omdat de angst voor mensen minder is geworden bij de van nature schuwe damherten en reeën. Er heeft meer gewenning plaats gevonden. En wat ook een oorzaak is, is dat de grens van duin en park meer vervaagd is. Het aantal verkeersslachtoffers die de in totaal 100.000 reeën die in Nederland wonen veroorzaken, is gelijk gebleven. Er komen jaarlijks 10.000 reeën in het verkeer om. Binnen onze gemeente wordt er geknabbeld aan tuinplanten zoals viooltjes en krokussen. Narcissen laten ze staan en er is een voorkeur voor berktakjes en twijgen en jonge knoppen. De jacht zie ik als een noodzakelijk kwaad, al zal bij teveel jacht er meer aanwas van jongen volgen, dus die oplossing voor het overlastprobleem is beperkt. Een natuurlijke vijand is er niet, of het zou de mens moeten zijn. Tegen Kerst wordt er veel illegaal gestroopt. En loslopende honden zorgen voor stress en verwondingen.”
Als je goed kijkt, zie je meer
De liefde voor de natuur is Hans met de paplepel ingegoten. Zijn vader was boomdeskundige, dendroloog. Hij nam Hans vaak mee op zijn dienstreizen door Nederland. ,,Heen reed hij altijd een andere weg dan terug onder het motto ‘als je goed kijkt, zie je meer’. Dat motto draag ik ook met mij mee.” Hans is van beroep leraar geschiedenis, aardrijkskunde en biologie geweest. Als vrijwilliger in Langoed Beeckestijn en contactpersoon voor de Bomenstichting zet hij zich in voor natuurbehoud en verantwoord natuurbeheer binnen onze gemeente. ,,En we wonen prachtig, ik wandel graag in onze parken, duinen en bossen.”
Hans heeft zodoende veel kennis over de natuur vergaard. Veel weetjes publiceerde hij onder andere columns en een boek over bomen.
Op de vraag of Hans weleens een gewei heeft gevonden, antwoordt hij ontkennend. ,,En weet je hoe dat komt? Bosmuizen eten die op! Het is voor hen een kalkbron. Meer informatie: www.groen-natuurlijk.nl.
Foto onderschrift: De liefde voor de natuur is Hans met de paplepel ingegoten. Foto: Arita Immerzeel