Snoei en Korpershoek staan voor nieuwe Telstar-mentaliteit

Mike Snoei schudt met zijn hoofd, zet de koffiebeker naast zich neer en begint met zijn pen op tafel te tikken. Op het ritme van het geluid zegt hij: „Jij denkt te negatief. Het glas is al-tijd halfvól bij mij.” De ietwat geïrriteerde reactie van de nieuwe trainer volgt op de vraag of hij het project als mislukt beschouwt wanneer Telstar dit seizoen geen prijs pakt.

Met een prijs wordt bedoeld: deelname aan de play-offs voor nacompetitie, dan wel via een periodetitel, dan wel via de reguliere Jupiler League. Volgens Snoei is het niet de vraag óf zijn ploeg dat gaat halen, maar wannéér. De selectie moet te allen tijde overtuigd zijn van eigen kunnen. ‘Ja maar’, ‘misschien’ en ‘zou het niet kunnen dat’ zijn zinnetjes die niet meer in het nieuwe topsportklimaat passen. Snoei wil de ‘over mijn lijk’-mentaliteit terug in Velsen-Zuid.

Hij had niet direct de ambitie om trainer van de Witte Leeuwen te worden. De voormalig linksback van Feyenoord en Sparta was immers gepokt en gemazeld door internationale voetbalavonturen in China, India en Qatar en de Europese campagnes met Vitesse. Hier stonden onder andere coaches Henk ten Cate en Theo Bos aan zijn zijde. De stap naar de Jupiler League zou er dan één terug zijn. „Daarnaast staat de club er gewoon moeilijk voor”, zegt Snoei eerlijk. „Vorig seizoen weer zestiende geëindigd: de laatste jaren sowieso onderaan gebungeld. Ik ben echt een trainer die verschrikkelijk slecht tegen zijn verlies kan. Ik heb gezegd dat het dan alleen maar een heel ongelukkig huwelijk zou zijn geworden.”

Het technisch hart gaf hem echter, samen met de kersverse technisch directeur Piet Buter, de mogelijkheid om een heel nieuw team op te gaan bouwen. Dat zag Snoei wel zitten. „Samen zijn Piet en ik dit project ingegaan”, zegt hij. „Het is vooral heel aantrekkelijk om deze selectie volledig naar eigen hand te kunnen zetten. Dat is mogelijk omdat bijna alle contracten afliepen.” Het resulteerde in onder meer de komst van de Luxemburgse international Gerson Rodrigues, die afgelopen juni nog tegen het Nederlands Elftal in Rotterdam speelde (5-0 winst voor Oranje, red.).

Tijdens zijn coach- en spelersperioden bij Sparta draaide het ‘alleen maar om winnen’. Dat is ook wat Snoei tijdens de voorbereiding zijn selectie probeert bij te brengen: zegevieren is het enige dat telt. „Als wij bij Sparta op een lullige manier gelijkspeelden was het publiek heel ontevreden. Dan werd er gewoon meer geëist. In zo’n cultuur ben ik grootgebracht, ook bij Feyenoord.”

Snoei benadrukt nog maar eens dat hij erg slecht tegen zijn verlies kan. Dat begint voor hem al op maandagmorgen tijdens de eerste training van de week. „Iedereen moet er álles aandoen om te winnen”, zegt hij. „Het vrijblijvende van: ‘ach, de volgende keer beter’, zo’n cultuur, daar ben ik gewoon ongeschikt voor.”

Snoei identificeert zijn voetbal- en sportkarakter met die van de bevolking in de IJmond. Door zijn Feyenoordverleden wil hij bij zijn spelers dezelfde arbeidsethos als de haven- en staalarbeiders zien. Wanneer deze kraakheldere boodschap ook tot de supporters is doorgedrongen, zullen er wellicht spandoeken in het stadion worden opgehangen met leuzen als Geen worden maar daden en You’ll Never Walk Alone. Allemaal voor dat ene grote doel: de play-offs halen.

Aanvoerder Frank Korpershoek, vanaf 2006 speler van Telstar, leek even niet meer in de plannen van Snoei en Buter voor te komen. Zijn contract liep namelijk ook af. Maar de Heemstedenaar niet in het maagdelijk wit: dat is eigenlijk ondenkbaar. Korpershoek zelf geeft aan dat hij altijd vertrouwen heeft gehad in een langer verblijf op Sportpark Schoonenberg. „Ik kan me voorstellen dat de onzekerheid voor een hoop mensen om mij heen groter was”, geeft hij toe. „Natuurlijk heb je een aantal scenario’s en weet je niet precies welke uit gaat komen. Voor mijzelf had ik wel een plan gemaakt, in het geval de club mij niet meer zou willen hebben.” Maar van dat plan hoefde hij uiteindelijk dus geen gebruik te maken.

Als één van de weinigen in de selectie weet hij hoe het is om een periodetitel in de Jupiler League te winnen. Korpershoek maakte namelijk deel uit van het team waarbij dat voor het laatst lukte. Onder leiding van Edward Metgod had Telstar op 28 november 2008 genoeg aan een puntje tegen FC Dordrecht om de, voor hun, felbegeerde prijs te veroveren. „Het was een wedstrijd die niet zo heel mooi was”, weet de verdedigende middenvelder zich nog te herinneren. „Het ging puur om het resultaat toen. Het was een geweldige dag voor ons en de supporters: een vol uitvak, fakkels en ander vuurwerk op de parkeerplaats en het feest na afloop.’’

Niet alleen Korpershoek, maar ook de nieuwe assistenten Antony Correia en Cor Varkevisser nemen die ervaring met zich mee. De 32-jarige captain denkt dat de ‘methode-Snoei’ zal gaan zorgen voor een soortgelijk succes. „Vanaf dag één waren hij en Buter heel duidelijk: je gaat hierin mee of niet. Dat is de enige manier om het te doen laten slagen.” (Douwe de Vries, foto: 1963-pictures.nl)